Paragrafen

Verbonden partijen

MGR Werkbedrijf/IRVN

Openbaar en gemeentelijk belang

Werkbedrijf
D e module Werkbedrijf voert de re-integratietaak van de Participatiewet uit, taken op grond van de Wet sociale werkvoorziening en het onderdeel arbeidsmatige dagbesteding (‘Op weg naar werk’ genoemd) op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning.

iRvN
De module iRvN voert  ICT-taken uit voor gemeenten in de regio. De ondersteuning door iRvN richt zich deels op de geautomatiseerde systemen voor de interne bedrijfsvoering. Het gedeelte dat betrekking heeft op de bedrijfsapplicaties ondersteunt daarmee de publieke dienstverlening van bijvoorbeeld de verstrekking van producten als aanvraag WMO zorg. De IT-beheer activiteiten zijn regionaal en Nijmegen is daarin een aandeelhouder met een aanzienlijk aandeel van 50 tot 60%. Voor het applicatiebeheer geldt op dit moment dat de iRvN die rol grotendeels voor Nijmegen vervult (met uitzondering van de applicaties voor financieel beheer, geo/basisregistraties en enkele specifieke apps in de openbare ruimte) en voor een klein aandeel (circa 10-20%) voor het Werkbedrijf en enkele applicaties van regiogemeenten.

Actualiteiten en risico's

De MGR heeft ervoor gekozen om geen weerstandsvermogen aan te houden. Dit betekent dat de risico’s van de MGR (WerkBedrijf en iRvN) dienen te worden opgenomen in de P&C-documenten (begroting en jaarrekening) van de deelnemende gemeenten. De MGR actualiseert de bestaande risico’s en identificeert nieuwe risico’s en neemt deze op in de jaarstukken en de weerstandsnotitie. Op deze geïdentificeerde risico’s neemt de MGR beheersmaatregelen. Het netto (rest)risico (hoogte van de risico ná de beheersmaatregelen) wordt op basis van een verdeelsleutel (inwoneraantal) ‘verdeeld’ over de deelnemende gemeenten. Dit verdeelde risicobedrag nemen de gemeenten op in hun gemeentelijke risicomanagementtool (Nijmegen: NARIS).

WerkBedrijf
Tweejaarlijks leggen gemeenten en WerkBedrijf afspraken over de uitvoering van regionale en lokale dienstverlening vast in een Dienstverleningsovereenkomst. De afspraken worden gebaseerd op het actuele gemeentelijke/regionale beleidskader Arbeidsmarkt en re-integratie.
Voor de DVO van 2024-2025 is het regionaal beleidskader 2024-2027 ‘Klaar voor nieuwe kansen!’, dat begin 2024 door alle raden in de regio is vastgesteld, leidend. Uiteraard zijn daarnaast de actuele omstandigheden op de arbeidsmarkt van belang bij de dienstverlening door WerkBedrijf. Er is sinds meerdere jaren sprake van een mismatch op de arbeidsmarkt, zowel kwantitatief als kwalitatief. Daardoor staan de uitstroomresultaten onder druk. In de uitvoering zijn bij zowel gemeente als WerkBedrijf zaken aangescherpt, bijvoorbeeld in de samenwerking en afstemming op casusniveau, het ombuigen van vacatures bij ondernemers en de inzet van scholing. We willen meer kansen benutten op de blijvend krappe arbeidsmarkt door mensen intensief te begeleiden en langduriger in hen te investeren. Deze elementen zien we terug in de DVO.

Financieel kader voor module WerkBedrijf 2024-2027
Een belangrijke financiële ontwikkeling is dat sinds 2023 de verdeling van de participatiemiddelen (het klassieke re-integratiebudget) van het rijk in het gemeentefonds niet meer direct herleidbaar is. Dat betekent dat gemeenten niet meer automatisch een toegewezen en herkenbaar participatiebudget overhevelen aan WerkBedrijf, zoals dat jaren gebruikelijk was en zoals dat is vastgelegd in de juridische regeling van de MGR. Aangezien de impact van de nieuwe financieringssystematiek voor gemeenten individueel groot blijkt (op regionaal niveau is de impact minder groot), hebben gemeenten ervoor gekozen om als overgangsperiode voor de jaren 2023 en 2024 het laatst herkenbare Participatiebudget van 2022 (geïndexeerd) op te nemen in de begrotingen van de MGR. Voor de jaren vanaf 2025 is in het regionaal Beleidskader Arbeidsmarkt en re-integratie 2024-2027 ‘Klaar voor nieuwe kansen!’ een financieel kader opgenomen. Daarin is vastgelegd dat gemeenten vanaf 2025 aan de hand van een rekentool van Berenschot de hoogte van de gemeentelijke participatiemiddelen in het gemeentefonds bepalen en zich committeren aan die uitkomst. Die budgetten kunnen jaarlijks fluctueren, aangezien het rijk aan de hand van actuele maatstaven de budgetten bepaalt. Het model van Berenschot is dan ook transparant, objectief en toekomstbestendig, omdat het meebeweegt met de opgaven van het rijk en in lijn is met het budget dat gemeenten daadwerkelijk ontvangen van het rijk.

Om mogelijke fluctuaties in de jaarlijkse budgetten op te vangen, stelt de MGR voor vanaf 2025 een risicoreserve Werk in te stellen. In september van jaar T wordt namelijk pas het definitieve budget voor jaar T bekend. Dat is te laat om in het lopende jaar nog tekorten op te vangen, dan wel overschotten te benutten. Een dergelijke reserve vangt tekorten op en vraagt van gemeenten om ‘overschotten’ tot een bepaald maximum in te leggen. De onttrekkingen uit de reserve worden gedaan in tijden van lagere budgetten dan begroot.
De spelregels voor de risicoreserve worden in 2024 ambtelijk voorbereid. Besluitvorming over een dergelijke reserve door het AB van de MGR vindt naar verwachting in het najaar van 2024 plaats.

Ook is in het financieel kader opgenomen dat de MGR vanaf 2025 jaarlijks een structurele bezuinigingstaakstelling van € 1,2 mln. opgelegd krijgt. Deze bezuiniging is onafhankelijk van de ontwikkeling van de het rijksbudget Participatie conform Berenschottool. Mocht de MGR te maken krijgen met de (verwachte) verlaging van de rijksvergoeding voor beschut werk, dan brengen we deze rijkskorting in mindering op de bezuinigingstaakstelling.

IRVN
Jaarlijks actualiseren en monitoren Nijmegen en iRvN op wederzijdse resultaatverwachtingen.
IT-veiligheid vraagt permanente aandacht en naar aanleiding van  de jaarlijkse boardletter, het regionale rekenkamer rapport 2022, een risico rapportage 2022 (Cuccibu) en een GAP analyse door iRvN in 2022 , is en 2024 een roadmap i-veiligheid ontwikkeld. De roadmap i-veiligheid zet alle gevraagde verbeteractiviteiten afgezet tegen de risicobeheersing op een rij en in volgorde. Jaarlijks kan hierover met de Raad (Auditcommissie) de voortgang op gemonitord worden. Hierin is opgenomen het specifieke informatieveiligheidsprogramma iRvN dat met een extra structurele financiële impuls loopt tot en met 2027.  Deze zijn gericht op eerdere signaleringen van bedreigingen en preventieve maatregelen zowel technisch als ten aanzien van het  informatiebewustzijn.
De evaluatie van de iRvN in 2021 bevestigde het continueren van de organisatie die naast het gebruikelijk beheer of uitvoering zich richt op projectondersteuning. In 2022  is deze ontwikkeling ingezet en de bedrijfsvoering in ontwikkeling op basis van een vastgesteld strategisch personeelsplan.
Eén van de grootste zorgen daarin blijft het aantrekken/behouden  van voldoende personeel, gezien de krapte op de IT-arbeidsmarkt en de stijgende kosten van ICT-leveranciers voor hard/software.
Het regionale portefeuillehoudersoverleg digitalisering geeft sinds 2023 de eerste richting gegeven aan een regionale i-samenwerkingsagenda. Daarvoor is een aangepaste governance in 2023 ontwikkelt die in 2024 is gestart met het oppakken van de eerste 5 thema’s: Cloudstrategie, datasturing, wet®elgeving, ms365 inrichtingsbeheer en MDM-beleid (mobile device/app beleid).

Deze pagina is gebouwd op 12/11/2024 10:36:51 met de export van 12/11/2024 10:28:18