Doelenboom
De afgelopen maanden is gewerkt aan de actualisatieslag van de doelenboom. Dit heeft inmiddels geleid tot een update van ambities en doelen. De geactualiseerde doelenboom is geïntegreerd in de structuur van de Stadsbegroting 2025-2028.
Aanpassingen taakvelden in programmastructuur
Dit voorjaar zijn nieuwe voorschriften gepubliceerd voor het aanleveren van financiële informatie aan het rijk (de IV-3). In de Stadsbegroting 2025 – 2028 zijn de nieuwe voorschriften verwerkt.
Naast wat meer financieel technische aanpassingen zijn de taakvelden op het gebied van WMO en Jeugd herzien. Concreet gaat het om wijzigingen met als doel onduidelijkheden uit een eerdere verfijning weg te nemen, er zoveel mogelijk wordt aangesloten bij informatie-uitvragen in het sociaal domein en de Hervormingsagenda Jeugd van de juiste informatie te voorzien. Deze veranderingen hebben we doorgevoerd in de begroting maar hebben geen consequenties voor de programma-indeling.
Indexeringspercentages
Op grond van het centraal economisch plan (cep) van het centraalplan bureau (cpb) komen we tot de volgende indexeringscijfers voor de komende Stadsbegroting:
Indexeringspercentages | loonsom | materiële lasten | inflatie (CPI) | Gemeentelijke tarieven | Subsidies |
---|---|---|---|---|---|
Indexering 2025 | 4,40% | 2,00% | 2,80% | ||
Nacalculatie | 2,90% | -2,90% | 0,60% | ||
Totaal | 7,30% | -0,90% | 3,40% | 4,57% | 4,57% |
Aan de indexeringspercentages valt op dat het cpb vorig jaar de loonontwikkeling te laag en de materiële lasten ontwikkeling te hoog heeft ingeschat. De bijstelling leidt zelfs tot een negatief indexeringspercentage van de materiële lasten.
Aantallen inwoners en woningen
In de begroting wordt gerekend met de ontwikkeling van de woningbouw en het aantal inwoners. Hiervoor gebruiken we cijfers van Onderzoek en Statistiek en het programma Wonen. Deze aantallen worden onder meer gebruikt voor de ramingen van de belastingopbrengsten. Voor de raming van het gemeentefonds gebruiken we de uitgangspunten die het ministerie van Binnenlandse Zaken gebruikt in haar verdeelmodel.
Stadsbegroting 2025 - 2028 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
---|---|---|---|---|---|
woningproductie per jaar: | |||||
Bestaande stad | 358 | 1.047 | 370 | 418 | 519 |
Waalfront | 200 | 243 | 170 | 0 | 170 |
Waalsprong | 229 | 1.192 | 877 | 499 | 0 |
Totaal Woningbouwproductie | 787 | 2.482 | 1.417 | 917 | 689 |
verschil t.o.v. Stadsbegroting 2024-2027 | -263 | 882 | -233 | -383 | 689* |
Aantal inwoners per 1-1 | 187.000 | 188.300 | 189.600 | 190.800 | 192.000 |
Toename inwoners | 1.300 | 1.300 | 1.200 | 1.200 | 1.200 |
*In de Stadsbegroting 2024-2027 was nog geen raming opgenomen voor 2028
Rente
De rente en financieringskosten voor het aantrekken van leningen en het gebruik van ons eigen vermogen berekenen wij door naar de taakvelden. Dit doen we met een verdeelsleutel die we de omslagrente noemen. Afgelopen begrotingsjaren hebben we de omslagrente constant kunnen houden op een relatief laag percentage. Dit werd ingegeven door onze rentevisie voor lang geld, waarbij we zagen dat de tendens van lagere rentes zich voortzette. Volgens de BBV-regels mag de begrote omslagrente slechts in geringe mate afwijken van de daadwerkelijk door de gemeente Nijmegen betaalde rente.
Gezien de sterke rentestijgingen in 2023 en ook nog in 2024 in combinatie met de aan te trekken nieuwe financiering voor herfinancieringen en nieuwe investeringen zullen wij de renteomslag vanaf 2025 moeten verhogen om de kosten zo nauwkeurig mogelijk aan de investeringen toe te kunnen rekenen. We verwachten met een rentepercentage van 2% (op het streefniveau van de ECB voor inflatie) weer een aantal jaren een constante lijn te kunnen aanhouden.
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
Omslagrente: | ||||
- Inzet van reserves en voorzieningen | <- - - - - - - - - 2,0 % - - - - - - - - - > | |||
- Doorberekening aan investeringen | <- - - - - - - - - 2,0 % - - - - - - - - - > | |||
- Rekenrente voor planexploitaties | <- - - - - - - - - 2,0 % - - - - - - - - - > | |||
Langlopende leningen | 2,5% | 2,25% | 2,0% | 2,0% |
Kortlopende leningen | 3,5% | 3,25% | 3,0% | 3,0% |
Parameters grondexploitatie
De rekenparameters voor de planexploitaties worden jaarlijks vastgesteld. Voor het bepalen van de parameters wordt extern advies ingewonnen. Deze voorgestelde parameters worden vervolgens door de accountant getoetst op plausibiliteit.
De parameters zijn gebaseerd op een verkenning van de economische ontwikkelingen en afgestemd met onze accountant Deloitte. Belangrijke bronnen zijn het CPB (centraal economisch planbureau) DNB, CBS & Kadaster, NVM (Nederlandse Coöperatieve Vereniging van Makelaars en Taxateurs), ABN AMRO en andere specifieke markt- gerelateerde bronnen.
Bij het opstellen van de parameters wordt een onderscheid gemaakt in planexploitaties met een lange looptijd en planexploitaties met een korte looptijd (tot 5 jaar). Op dit moment zijn de projecten Waalsprong, Stationsgebied en Winkelsteeg langlopende planexploitaties/gebiedsexploitaties. Binnen de verbonden partij Waalfront wordt zoveel mogelijk aangesloten bij deze parameters, maar kan het bijvoorbeeld door specifieke financiering noodzakelijk zijn om eigen afzonderlijke parameters te hanteren.
We kunnen nu nog niet de parameters opnemen omdat de MPG (Meerjarenperspectief Grondexploitaties) pas later wordt opgesteld. Dat betekent dat ook de parameters later beschikbaar komen.