Inleiding
In ons Koersdocument voor deze stadsbegroting zijn we uitgebreid ingegaan op de schaarstes waar we de komende jaren mee te maken hebben, met schaarste aan ruimte op het elektriciteitsnet, financiële tekorten en de krapte op de arbeidsmarkt als belangrijkste. We formuleerden een aantal principes om richting te geven aan het omgaan met schaarstes, namelijk:
- Een sluitende begroting;
- Focus op realiseren van onze ambities uit het coalitieakkoord, zoals verwerkt in de begroting;
- We gaan projecten/activiteiten prioriteren: wat eerst en wat later?;
- We kijken naar alle activiteiten en heroverwegen of deze nog voldoende bijdragen aan onze ambities;
- De financiële spelregels die wij hebben afgesproken en de wettelijke financiële richtlijnen.
Deze werkten we in ons koersdocument uit voor het ruimtelijk en het sociaal domein en voor onze dienstverlening. Op basis daarvan en van de actuele prognoses over de schaarstes, hebben wij keuzes gemaakt voor de Stadsbegroting 2025-2028.
Ten opzichte van het voorjaar, zijn de prognoses voor de ruimte op het elektriciteitsnet rooskleuriger, althans voor kleinverbruikers. Daardoor hoeven we nu niet scherp te prioriteren in onze ambities voor de woningbouw en de mobiliteitstransitie. We kunnen door om zo snel als mogelijk de woningvoorraad op peil te brengen en in te zetten op duurzaam vervoer. De schaarste die er nog wel is voor aansluiting van grootverbruikers, leidt niet meteen tot moeilijke keuzes. We blijven daarnaast werken aan onze ambities, zoals de vernieuwing van de schouwburg, de herontwikkeling van het stationsdistrict, meer groen op allerlei plaatsen in de stad en de opvang van vluchtelingen en ontheemden. Ook investeren we in de organisatie, om het ambtelijk vakmanschap en de dienstverlening te versterken, intern en in de stad.
Ondanks de ongunstige financiële vooruitzichten, bieden wij u een begroting aan die meerjarig sluitend is. De eerstkomende jaren hebben we wel een tekort. Vooral in 2025 is dat tekort fors. De belangrijkste oorzaak is een eenmalige uitname uit het gemeentefonds, waartoe het Rijk dit voorjaar heeft besloten. Daardoor ontvangt Nijmegen in 2025 € 7,2 miljoen minder dan verwacht. Op deze eenmalige onvoorziene korting hebben we niet kunnen anticiperen. Ook de stijgende uitgaven voor jeugdhulp en de hogere tarieven in de aanbestedingen in het sociaal domein zijn belangrijke oorzaken. Het rijk compenseert ons hiervoor niet. Voor zowel de korte als de langere termijn zijn bovendien de prognoses dat de hulpvraag in het sociaal domein zal blijven stijgen, terwijl de budgetten daarvoor niet evenredig meegroeien en deze uitgaven dus een steeds groter aandeel in de beschikbare middelen gaan vragen. Dit gaat uiteindelijk ten koste van onze ambities in andere programma’s, wensen voor nieuw beleid, innovatie of noodzakelijke reguliere uitgaven, die ook belangrijk zijn voor onze inwoners en onze stad.
Bij het koersdocument heeft uw raad besloten om hierop te gaan bijsturen en een taakstelling van € 17 miljoen op het sociaal domein op te leggen. € 7,2 miljoen daarvan wordt gerealiseerd door te werken met bestedingsruimtes voor aanbieders van ambulante jeugdhulp en Wmo-begeleiding vanaf 2025. De overige € 10 miljoen moest gevonden worden door ombuigingen binnen de programma’s Welzijn, Wijkontwikkeling & Zorg, Werk & Inkomen en Onderwijs.
Ondanks de omvang van deze programma’s bleek het geen eenvoudige opgave om de taakstelling volledig in te vullen, ook al hebben we de grenzen opgezocht van wat wij aanvaardbaar vinden om een sociale stad te blijven. Dat is te zien aan de moeilijke keuzes die we aan u voorleggen, zoals de winteropvang voor daklozen en de inkomensondersteuning versoberen, bezuinigen op de zorgaanpak, gekoppeld aan de tippelzone en een deel van de middelen voor bestrijding van onderwijsachterstanden inleveren. Ook de sociale basis kunnen we niet volledig ontzien. Deze maatregelen leveren structureel echter geen € 10 miljoen op.
De voorgestelde bestedingsruimtes voor ambulante jeugdhulp en Wmo-begeleiding passen in onze visie op het sociaal domein. Maar er zal meer nodig zijn. De vraag naar hulp en dus de uitgaven zullen immers blijven stijgen. En ook de realisatie van onze visie op het sociaal domein, met daadwerkelijk veel meer hulp en ondersteuning in de sociale basis en via collectieve voorzieningen, behoeft nog veel meer uitwerking en investeringen. Deze komen ten laste van middelen voor bestaand aanbod dat minder in deze visie past en dat we gaan af- of ombouwen. Daar komen wij in 2025 bij u op terug.
In onze afweging zijn we tot het standpunt gekomen dat we het niet evenwichtig vinden om het halen van de taakstelling van € 10 miljoen zwaarder te laten wegen dan de impact van de ombuigingen op onze inwoners. Gezien het meerjarig perspectief en de stand van de saldireserve vinden we dit een verantwoorde keuze. We kunnen niet helemaal wegblijven van verhoging van gemeentelijke lasten, maar we doen dit zo beperkt mogelijk. We vinden het namelijk niet eerlijk om onze inwoners die gemeentelijke belastingen betalen op te laten draaien voor tekorten die het rijk niet oppakt. Zo komen we tot een meerjarig sluitende begroting.
Dit alles betekent wel dat we andere of nieuwe ambities moeten temperen, daar is geen ruimte voor. Van het Regeerprogramma waar het kabinet Schoof aan werkt, verwachten we evenmin extra middelen voor gemeenten. Het Regeerprogramma kan wel grote gevolgen voor gemeenten hebben, bijvoorbeeld op het thema migratie of noodzakelijk onderhoud van infrastructuur.
Over deze opgave gaan wij graag het gesprek aan, met uw raad, met al onze partners in de stad en met onze inwoners. Het gesprek zal gaan over hoe we een sociale stad blijven in tijden van blijvende schaarste en hoe we Nijmegen verder kunnen ontwikkelen, zodat onze groeiende stad sterk, sociaal, aantrekkelijk en duurzaam blijft.